Van 18 tot en met 20 april vond de Internationale Conferentie Contextuele Therapie plaats op de Christelijke Hogeschool Ede. Professionals vanuit tien verschillende landen deelden hun kennis met elkaar. Er was gedurende de conferentie sprake van een grote verbondenheid en een uitermate goed sfeer. Daarbij wisselde het internationale gezelschap van contextuele professionals ook veel boeiende en leerzame inzichten en ontwikkelingen met elkaar uit, en werd iedereen op dag drie nog eens extra geïnspireerd door een aantal internationale sprekers.
Zie ook de Proceedings ICCT 2018.
De conferentie is een initiatief vanuit het Instituut Contextuele Benadering dat onderdeel uitmaakt van de Christelijke Hogeschool Ede. Tijdens het driedaagse evenement werden er workshops en lezingen gegeven en was er ruimte voor kennisdeling en discussie.
Dag drie stond in het teken van bijdragen van enkele internationale keynote sprekers, zoals Catherine Ducommun-Nagy, weduwe van de grondlegger van de contextuele benadering Ivan Boszormenyi-Nagy. Ze werd geïnterviewd in een goed gevulde collegezaal. Het interview begon met de vraag hoe zij zelf in aanraking is gekomen met de contextuele benadering, wat naadloos overging in het nalatenschap van haar man. Daar kon het publiek vervolgens vragen over stellen. Het is doodstil als Catherine aan het woord is, soms wordt er gelachen als ze een grapje maakt. Ze vertelt gepassioneerd over haar vak, en ook al zit ze gebonden aan de tijd, ze praat graag nog nét iets langer door om iets uit te leggen. In haar antwoorden lag vooral de nadruk op de werkwijze van de contextuele therapie, hoe belangrijk het is om ook gebruik te maken van andere therapieën, om in therapie het belang te blijven zien van relaties als hulpbron en dat de cliënt altijd centraal moet staan. Het publiek stelde vooral ophelderingsvragen: bijvoorbeeld hoe Catherine met bepaalde persoonlijke levensovertuigingen omgaat in haar werk, waarop ze antwoordt dat zij het gebruikt voor zichzelf, en niet toepast in haar werk met de cliënt.
Catherine was de gehele conferentie aanwezig en was zeer te spreken over de conferentie. “Deze conferentie was belangrijk vanwege meerdere redenen. De laatste conferentie is gehouden in 1997 in Philadelphia, dus dat was al een tijd geleden. Ook was het belangrijk om met elkaar te praten over het onderzoek naar deze benadering en om mensen bij elkaar te brengen.”
Wilma van Klaveren is supervisor bij het Instituut Contextuele Benadering en was vooral onder de indruk van de interactie. “Je werkt hier heel lang naartoe en dat al die mensen vanuit tien landen hier naartoe komen is heel bijzonder. Vanaf minuut één was er een soort vibe waarin iedereen elkaar weer ontmoette en van elkaar leerde. Het was gelijk volledig contextueel. In de eerste twee dagen waren er een kleine zestig mensen, daardoor had je heel veel interactie”.
Jaap van der Meiden, coördinator van het Instituut Contextuele Benadering en samen met Ilse Siebesma de initiatiefnemer van de conferentie: “We vonden de organisatie van de conferentie een risico omdat we niet goed konden inschatten hoeveel mensen er internationaal nog met de contextuele benadering bezig waren. Nu kun je je dat af blijven vragen, maar je kan ook gewoon iets organiseren. Zo’n kleine twee jaar geleden hebben we dus besloten om dit te gaan doen. We waren verrast dat maar liefst 27 mensen zich inschreven na onze oproep voor het indienen van voorstellen voor presentaties tijdens deze conferentie. Het aantal aanmeldingen van bezoekers ging naar verwachting. Eigenlijk is de grootste verrassing geweest dat vanaf het moment waarop wij woensdag bij elkaar kwamen de sfeer gelijk goed was. Heel veel verbondenheid, openheid naar elkaar, goede gesprekken; dat was er gelijk”. Voor Jaap was die verbondenheid ook het hoogtepunt van de afgelopen drie dagen.
Een ander hoogtepunt voor hem was de toespraak van Rashmi Gangamma. “Rashmi is één van de weinige mensen die echt wetenschappelijk onderzoek doet naar de contextuele benadering. Dat is een van de dingen waarvan ik denk: die hebben we nodig om die benadering goed op de kaart te krijgen en te houden”.
Jaap doet op dit moment zelf onderzoek naar de relevantie van de benadering en hoe je die in praktijk brengt. “Nagy heeft een geweldige filosofie en theorie ontwikkeld maar er is relatief weinig onderzoek gedaan naar hoe je het concreet kunt toepassen in de praktijk. Ik heb ook gehoopt dat de vraag naar de praktijk van contextueel werken naar voren zou komen tijdens deze conferentie, omdat we ons zorgen maken over de vraag hoe mensen deze benadering echt kunnen gaan leren. Het feit dat er maar betrekkelijk weinig mensen onder de 35 jaar aanwezig zijn, tekent onze zorg voor het voortbestaan van deze benadering. De huidige generatie contextuele professionals is grotendeels ouder dan 50. We hebben die jongere generatie hard nodig. Dat is onder meer de reden van ons thema ‘For the Future’.”
Tijdens de conferentie is door de deelnemers de wens geuit deze conferentie een vervolg te laten krijgen. Nu nog de concrete plannen. Er is een voorzichtig plan om zo’n volgende conferentie in 2020 te organiseren, zo mogelijk in Boedapest, Hongarije. Het zou goed kunnen dat Jaap hier dan zijn complete onderzoek kan gaan presenteren.