Voorwaarde voor toelating bestaat uit twee onderdelen:
- Vooropleiding
- Actuele werkpraktijk
Vereiste vooropleiding
Bachelor in de psycho-sociale en/of agogische richting.
Degene die niet beschikt over de juiste vooropleiding, maar wel een bachelor of master diploma kan overleggen, kan worden toegelaten wanneer hij kan aantonen op andere wijze te beschikken over kennis, inzicht en vaardigheden die kenmerkend zijn voor de hierboven genoemde vereiste vooropleiding.
Actuele werkpraktijk
Een werkgeversverklaring (of vergelijkbaar bewijsstuk) waaruit blijkt dat je gedurende de gehele opleiding minimaal 8 uur per week op basis van 40 studieweken per jaar sociaal-agogische werkzaamheden verricht in een hulpverlenings- of daarmee verwante setting, waarbij de contextuele hulpverlening van toepassing kan zijn en waarbinnen ook de gelegenheid geboden wordt het geleerde toe te passen. Werk- en cliëntbespreking dient onderdeel te zijn van de werkpraktijk.
Uiteindelijk beslist de toelatingscommissie van het ICB over toelating, al dan niet na een toelatingsgesprek.
Voor alle vrijstellingen geldt dat het ICB niet kan garanderen dat andere organisaties of opleidingen deze vrijstellingen ook accepteren. Dat kan een belemmering zijn bij een vervolgopleiding, of als je je wilt laten registreren.