Ivan Boszormenyi-Nagy, de grondlegger van de Contextuele Hulpverlening, heeft een waardevol gedachtengoed nagelaten. Dat verdient nadere doordenking, ontwikkeling en concretisering.
Vanaf de introductie rond 1967, heeft de Contextuele Hulpverlening in Nederland een goede voedingsbodem gevonden. Denken vanuit verbondenheid en verantwoordelijkheid past blijkbaar bij de Nederlandse samenleving en bij de Nederlandse mens. Toch heeft het nog tot ongeveer 1990 geduurd voordat deze benadering meer bekendheid ging genieten en breed uitwaaierde over diverse werkvelden van de hulpverlening.
Ontwikkeling
Juist met betrekking tot de implementatie van dit denken in diverse werkvelden is nog veel ontwikkeling en onderzoek nodig. Het ICB heeft zich daarom voorgenomen een algemeen model en een methodiek Contextuele Hulpverlening te ontwikkelen. Ook zal de toepassing van de Contextuele Benadering naar diverse werkvelden als social work, jeugdhulpverlening, supervisie en coaching, pastoraat, maar ook management, personeelswerk, onderwijs, etc. aandacht krijgen. Daarbij zal nauw samengewerkt worden met het Lectoraat Jeugd en Gezin van de CHE.
Onderzoek
Om dit denken een meer toonaangevende rol te kunnen laten spelen in hulpverlening, pastoraat, onderwijs, etc. is ook deugdelijk wetenschappelijk onderzoek nodig. Niet alleen de grondslagen van het contextueel denken vragen een wetenschappelijke basis, ook de werkzaamheid van contextuele hulpverlening vraagt nader onderzoek. Het ICB werkt ook ten aanzien van deze onderzoeksterreinen nauw samen met het eerder genoemde Lectoraat Jeugd en Gezin. Maar uiteraard wordt evengoed samenwerking gezocht met andere Hogescholen, Universiteiten en relevante organisaties en instellingen.
Geïnteresseerd in de ontwikkelings- en onderzoeksactiviteiten van het ICB? Neem gerust contact op.