In het sociale domein is het duidelijk dat cliënten altijd onderdeel zijn van grotere verbanden. Familierelaties hebben grote invloed. Geluk en leed hangen immers nauw samen met hoe mensen in hun persoonlijke relaties staan. Leer de geheimen, de kansen en de bijzonderheden!
Specialisatie in werken met gezinnen
Leer bijvoorbeeld aan te sluiten bij de verborgen krachten die in relaties aanwezig zijn. Je stapt over de drempel bij gezinnen en leert methoden en technieken, die hen helpen om goed samen te leven. Je ontwikkelt jouw visie op gezinnen en andere samenlevingsvormen, en je leert je handelen onderbouwen.
Deze minor biedt een perspectief van relationele verbondenheid als antwoord op de individualiserende trend in de samenleving. Een samenleving waar tegelijk een groot beroep gedaan wordt op de draagkracht van systemen en op onderlinge zorg. ‘Familie en Context’ is daarom een uitstekende voorbereiding op jouw werk met gezinnen in de beroepspraktijk. Hier ben je hulpverlener voor geworden!
Studie-eigenschappen
-
Bijzonderheden
Voertaal: Nederlands
Niveau: hbo-minor
Studiepunten: 15 EC -
Toelatingseisen
Voor toelating tot deze minor is vereist dat de student de propedeuse behaald heeft.
Alle professionals uit het sociale domein zijn welkom. Voor studenten met het uitstroomprofiel Jeugd, Welzijn & Samenleving en GGZ is deze minor een verrijking waarmee je je beroep naar een hoger plan tilt. Want in al deze profielen is het werken met systemen meer dan actueel. Vaktherapeuten en psychologiestudenten etc zijn van harte welkom.
Thema's
Als student uit het Sociale Domein heb je een brede basisprofessionaliteit vanuit de eerste opleidingsjaren en stage. Deze minor vormt een verdieping op die basiskennis. Het geeft je stevigheid bij hulpverlening waarin complexe vraagstukken een rol spelen. Samengestelde gezinnen, bijvoorbeeld, waar de loyaliteit aan biologische ouders het samenleven lastig maakt. Uithuisplaatsing, waar ouders razend van onmacht zijn. Gezinnen waar zorg om is, vanwege ziekte of schulden, en waar niemand een vertrouwensrelatie mee krijgt.
Studenten zeggen het volgende over de minor:
“Interessant hoe je leert over verhoudingen en dit ook leert te herkennen bij jezelf. Er is veel geregeld om diepgang te creëren. Wat ik fijn vind is dat het niet heel veel overlapt met de studie Social work, maar dat je dus echt nieuwe dingen leert. De diverse lessen sluiten heel goed op elkaar aan. De minor is heel persoonlijk en dat maakt dat de stof concreet wordt. We werken ook met prachtige casussen uit praktijk van docenten, wat we leren is toepasbaar op ons eigen werk. Ik vind het super dat er vanuit de praktijkervaringen van alle studenten gedeeld wordt, en de mix van voltijd en deeltijdstudenten is super-inspirerend.”
Deeltijdstudenten geven aan dat deze minor het hart is van wat zij willen leren over hulpverlening: ‘deze minor zou standaard in de opleiding aangeboden moeten worden. Doordat er meer lessen en lesdagen zijn dan we gewend zijn, is het soms even passen en meten, maar dat is de moeite waard. En er wordt samen gekeken naar wat haalbaar is.’ Dat komt wel goed dus.
De theorie in de minor over gezinnen, verken je allereerst vanuit je eigen gezinservaringen; studenten waarderen dat. Daarnaast ga je nieuwe methodieken leren toepassen in de praktijk; binnen de CHE door trainingen en life-sessies, maar ook door het praktijkdeel (stage/werk).
We denken en werken in de minor vanuit een relationeel-ethisch kader, het kenmerk van het contextuele denken. Een kader waarbinnen we tal van thema’s en methoden willen aanbieden, zoals:
- Methodieken en benaderingen: Contextuele benadering, Video-hometraining, Ervaringsgericht werken met gezinnen, Transactionele Analyse, Dialogische benadering, Ouderschapstheorie, hechtingsgericht werken en partnerrelatietherapie (bijv. EFT) en andere systeemgerichte interventies.
- Specifieke thema’s rond familie en relaties: seksualiteit, maatschappelijke ontwikkelingen rond systemen, samengestelde gezinnen, multi-problematiek, rouw, gezin en familie als informeel netwerk, diversiteit en migratie.
- Theoretische fundering & werken in de praktijk, wetenschappelijke kennis (o.a. sociologie en ouderschapsbegeleiding), maar ook in de praktijk optrekken met ervaren gezinswerkers, en handen&voeten geven aan bezieling in je werk met gezinnen.
“Ik vind deze minor erg leerzaam. Er wordt dieper ingegaan op onderwerpen die mij helpen om gezinnen beter te begrijpen en begeleiden. De opbouw van de minor vind ik ook erg prettig; door de twee lesdagen heb ik veel tijd voor voorbereiding van de lessen en ruimte voor praktijkuren/onderzoek. Naast theoretische kennis leer ik mijzelf ook beter kennen en verder ontdek ik hoe mijn familie invloed heeft gehad op de persoon die ik nu ben. Er is ruimte voor eigen invulling en wensen in de lessen, op deze manier sloot de lesstof nog meer aan bij mijn leerwensen.”
Sophie Kuhl, student Social Work
College en toetsing
Tijdens de minor wordt volop geoefend met complexe praktijksituaties. Naast een stevige theoretische basis, verdiep je je methodisch handelen; door training word je vaardig in het werken met systemen. Je ontdekt nieuwe methoden en ondergaat een flinke verdieping ten opzichte van je major. Ook kun je je verder professionaliseren naar aanleiding van ervaringen of leerthema’s uit je stage. Tijdens de periode van de minor kies je verschillende manieren om praktijkervaring op te doen; een stage, meelopen met gezinstherapeuten of bijvoorbeeld gezinsondersteuning geven.
In een half jaar tijd bouw je echt aan verdieping in het werken met gezinnen op gebied van kennis, houding en vaardigheden. Je verkent allereerst hoe jijzelf ervaring hebt opgedaan met gezinssystemen in je eigen gezin van herkomst, en hoe dat jouw beeld van en visie op gezinnen als professional beïnvloedt. Die reflectie op je eigen gezin van herkomst helpt om de dynamiek in cliëntgezinnen te leren begrijpen.
Je kunt in de minor ook deelnemern aan professionele leergemeenschappen om zo voorwerk te doen voor je afstudeeronderzoek.
Vakken worden getoetst met afzonderlijke kleine deeltoetsen, en je ontwikkeling als professional leg je vast in een portfolio. Met het vak Video Hometraining verwerf je een certificaat van de introductiecursus van het AIT, goed voor 12 SKJ punten!
Je werkt in kleine, hechte leerwerkgroepen, en de sfeer in de minor is er een van ‘elkaar kennen’, en een groot enthousiasme van docenten, die ook in de praktijk werkzaam zijn. Studenten van eerdere jaren beoordelen de minor bovengemiddeld op alle onderdelen.